Nieuwe versie compendium voor de monsterneming en analyse van afvalstoffen en bodem (CMA)

01.01.2024

De nieuwe Ontwerp CMA´s MB 2024 zullen van kracht gaan op 15/01/2024.

Via deze weg informeren we u dat er een nieuwe versie van het compendium voor de monsterneming en analyse van afvalstoffen en bodem (CMA) op 15 januari 2024 in werking zal treden.

 

Aan de erkende labo’s, erkende bodemsaneringsdeskundigen en staalnemers wordt gevraagd deze nieuwe versie vanaf deze datum toe te passen (art. 34, §5 VLAREL). De officiële publicatie in het Staatsblad volgt nog. Er is een retroactieve werking voorzien.

 

Het nieuwe compendium CMA is te vinden op Compendium voor monsterneming en analyses van afvalstoffen en bodem (CMA) | EMIS (vito.be). De gewijzigde methoden ten opzichte van het huidige compendium, zijn terug te vinden in de kolom ‘Ontwerp MB 2024’.

 

We overlopen kort enkele belangrijke wijzigingen i.k.v. het grondverzet (Opgelet: dit is een niet-limitatieve lijst. In volgend document vindt u een overzicht terug van alle wijzigingen ten opzichte van het huidige compendium.):

 

CMA/1/A.8 - Staalname van steekvaste partijen bodemmaterialen

  • De procedure werd aangepast zodat ze enkel nog van toepassing is op steekvaste bodemmaterialen. Voor de bemonstering van niet-steekvaste bodemmaterialen moet vanaf 15/01/2024 gebruik gemaakt worden van CMA/1/A.9.
  • In de procedure wordt nu een onderscheid gemaakt tussen ‘bindende elementen’, richtinggevende elementen’, ‘adviserende elementen’ en ‘bijkomende duiding’.
  • Het wordt verplicht om de D95 en het gehalte aan grof materiaal te bepalen d.m.v. de vastgelegde procedure. Een simpele visuele schatting volstaat niet meer.
  • Er wordt een voorkeursvolgorde voor diverse staalnametechnieken opgenomen. De hoogste voorkeur gaat hierbij naar staalname met de wiellader.
  • Er werden in deze nieuwe versie instructies m.b.t. het reinigen van materiaal opgenomen.
  • In bijlage kan een voorbeeld van een staalnameformulier teruggevonden worden.

 

CMA/1/A.9 - Staalname van niet-steekvaste partijen bodemmaterialen

  • De procedure werd aangepast zodat ze algemeen van toepassing is voor de bemonstering van niet-steekvaste bodemmaterialen en niet meer uitsluitend voor bentonietslib. Voor de bemonstering van steekvaste bodemmaterialen moet vanaf 15/01/2024 gebruik gemaakt worden van CMA/1/A.8.
  • In de procedure wordt nu een onderscheid gemaakt tussen ‘bindende elementen’, richtinggevende elementen’, ‘adviserende elementen’ en ‘bijkomende duiding’.
  • In bijlage kan een voorbeeld van een staalnameformulier teruggevonden worden.

 

CMA/3/D - PFAS in bodem en sediment

  • De parameters PFDoDS en 10:2FTS verhuizen van de indicatieve naar de kwantitatieve PFAS.
  • De parameters PFUnDS en PFTrDS werden toegevoegd aan de indicatieve PFAS.
  • De regels m.b.t. rapportering “som PFAS” en bepalingsgrenzen”indicatieve PFAS” werden aangepast.
  • De 3 optionele PFAS zijn geschrapt.

 

Opgelet: de PFAS-parameterlijst in het WAC verandert niet op 15/01/2024!

Deel dit bericht: 
Deel dit bericht