Melding voor het transport van bodemmaterialen

Er bestaan 2 soorten meldingen in de grondverzetsregeling:

  • de GrondTransportMelding (GTM) voor het melden van het transport van bodemmaterialen naar een tussentijdse opslagplaats, centrum voor grondreiniging of centrum voor slibverwerking.

  • de Melding Kleine Werken (MKW) voor het melden van het transport van bodemmaterialen van een klein werk naar een locatie voor hergebruiik.

 

De Grondtransportmelding

Wanneer uitgegraven, gebaggerde of geruimde bodemmaterialen worden afgevoerd naar een tussentijdse opslagplaats, een grondreinigingscentrum of een centrum voor slibverwerking, dan moet de aannemer dit melden aan Grondwijzer vzw.

Na afloop van het transport meldt de tussentijdse opslagplaats, het grondreinigingscentrum of de inrichting voor de opslag en behandeling van bagger- en ruimingsspecie de ontvangst van de bodemmaterialen aan de hand van een ondertekende ontvangstverklaring.

De Melding Kleine Werken

Sinds 1 april 2019 moet ook het transport van bodemmaterialen afkomstig van kleine graaf-, bagger- of ruimingswerken gemeld worden aan een erkende bodembeheerorganisatie. Onder kleine werken wordt verstaan: de locatie waar de bodemmaterialen van afkomstig zijn, is onverdacht en er komt minder dan 250 m³ vrij bij de werken.

De melding moet gedaan worden door de uitvoerder van de werken en dit vóór de start van het transport. Na de uitvoering van de werken moet de uitvoerder de hoeveelheid geleverde bodemmaterialen aan de erkende bodembeheerorganisatie melden. Ook dient de uitvoerder te beschikken over een verklaring van de bouwheer dat er geen technisch verslag moet opgemaakt worden. Een standaardvoorbeeld kan teruggevonden worden op de pagina Vakinformatie.

De melding is verplicht voor elk professioneel transport van bodemmaterialen met voertuigen (of voertuigcombinaties) vanaf 3,5 ton MTM.