Extra communicatie erkende bodembeheerorganisaties - herinnering - Sitebesluit PFAS 3M - Zwijndrecht
De ‘site’ omvat de gronden gelegen binnen een perimeter van 5 km rond de 3M-terreinen. Voor de precieze afbakening van de site kan u bijlage 1 bij het Sitebesluit raadplegen.
Dit houdt in dat wanneer 3M saneringsplichtig is, zij op vraag van eigenaars of gebruikers die wensen over te gaan tot uitgravingswerken in het kader van grondverzet met een volume vanaf 250 m³, op die gronden, prioritair de vereiste sanering uitvoert van het vaste deel van de aarde (art. 3, §1).
In afwijking van deze regeling, bepaalt artikel 3, §2 van het Sitebesluit dat uitgravingswerken in het kader van dergelijk grondverzet, alsnog kunnen plaatsvinden zonder dat voorafgaandelijk tot beschrijvend bodemonderzoek en/of sanering door 3M is overgegaan, op voorwaarde dat de erkende bodemsaneringsdeskundige van de eigenaar of gebruiker beschikt over een conformverklaard technisch verslag waarin een nota is opgenomen die volgende elementen bevat:
- "De locatie en de omvang van de PFAS-verontreiniging in het vaste deel van de aarde en het grondwater, en de relatie tussen de verontreiniging in het vaste deel van de aarde en het grondwater. De nota brengt de PFAS-verontreiniging horizontaal en verticaal in kaart tot het niveau van de richtwaarde, bepaalt welke gronden verontreinigd zijn en berekent het volume van de verontreiniging en de theoretische vuilvracht.
- Een actueel of potentieel risico. De nota voert voor de PFAS-verontreiniging een risico-evaluatie uit op basis van het conceptueel site model. Deze risico-evaluatie gebeurt voor het vaste deel van de aarde en het grondwater en houdt rekening met de uitloogeigenschappen van de PFAS-bodemverontreiniging.
- De nood aan bodemsanering. De nota onderzoekt de aard van de PFAS-verontreiniging en gaat na of het bijhorende saneringscriterium is overschreden.
- De prioriteit van de bodemsanering.
- De nood aan veiligheids- en voorzorgsmaatregelen in afwachting van de bodemsaneringswerken.
- De nood aan gebruiksadviezen.
- De beoordeling waaruit blijkt dat, rekening houdende met de voorgaande gegevens, het overwogen grondverzet, de latere tenuitvoerlegging van de saneringswerken niet verhindert.
- De beoordeling waaruit blijkt dat het grondverzet, rekening houdende met de voorgaande gegevens, het standstill-beginsel, zoals opgenomen in de regeling die door de Vlaamse Regering werd vastgesteld op grond van artikel 138, §1, Bodemdecreet, eerbiedigt.”
De bewuste bepaling voorziet dat er overleg dient plaats te vinden tussen de deskundigen:
“Over deze elementen, en in het bijzonder over het element omschreven onder sub 7), wordt overleg gepleegd tussen de erkende bodemsaneringsdeskundige(n) aangesteld door de opdrachtgever tot grondverzet en de erkende bodemsaneringsdeskundige(n) aangesteld door 3M Belgium bv. Het technisch verslag kan, indien een erkende bodemsaneringsdeskundige dat wenst, voor advies aan de OVAM worden voorgelegd. (…).”
Het Sitebesluit voorziet niet in een uitzondering voor lopende werven en/of vóór de inwerkingtreding van het Sitebesluit ingediende (en al dan niet conformverklaarde) technische verslagen.
Al wie betrokken is bij uitgravingswerken in het kader van het grondverzet, gelegen in de perimeter van het Sitebesluit, zal moeten evalueren of de bepalingen van het Sitebesluit worden nageleefd.
Heeft u hierover vragen? Contacteer dan de erkende bodembeheerorganisatie die het project opvolgt.
Deze communicatie werd opgesteld in overleg tussen de beide erkende bodembeheerorganisaties.